In een eerder kennisartikel heb ik uitgelegd wat het verschil is tussen erkenning, gezag en voogdij.
Maar dan is daarna natuurlijk de vraag: hoe erken je een kind en wat zijn hiervoor de voorwaarden? Dat zet ik hieronder voor je op een rijtje.
Hoe erken je een kind?
De erkenning van een kind kan op verschillende momenten plaatsvinden:
- tijdens de zwangerschap;
- na de geboorte, tegelijk met de aangifte van de geboorte;
- op een later moment.
Het erkennen van een kind vindt plaats bij een gemeente (het maakt niet uit welke) of via de notaris. In de praktijk verloopt de erkenning eigenlijk altijd via een gemeente omdat dit gratis is.
Erkenning heeft geen terugwerkende kracht. Als je dus een kind erkent na de geboorte, dan ben je pas vanaf dat moment ook de juridische ouder van het kind.
Erkenning, gezag, voogdij?
Hoe zat het ook al weer?
Kort gezegd word je door erkenning juridisch ouder van je kind als je dat nog niet al was bij de geboorte, met alle juridische gevolgen van dien.
Het ouderlijk gezag geeft de rechten en de verplichtingen aan de juridische ouder die nodig zijn om een kind te verzorgen en op te voeden. Denk bijvoorbeeld aan de bevoegdheid om te beslissen waar het kind naar school gaat.
Dan heb je ook nog de voogdij. Een kind heeft een voogd, als hij/zij niet onder ouderlijk gezag staat. Een voogd en een ouder met gezag hebben grotendeels dezelfde rechten en plichten.
Voorwaarden voor erkenning
Er is een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat je een kind kan erkennen:
- de moeder moet hiervoor (schriftelijk) toestemming geven. Pas al het kind ouder is dan 16 jaar, is schriftelijke toestemming van de moeder niet nodig;
- als het kind twaalf jaar of ouder is, moet daarnaast het kind toestemming geven;
- de erkenner moet 16 jaar of ouder zijn;
- erkenning is niet mogelijk wanneer de erkenner niet met de moeder mag trouwen vanwege bloedverwantschap (bijvoorbeeld omdat de erkenner en de moeder broer en zus zijn);
- er mogen niet al twee juridische ouders zijn;
- de kantonrechter moet toestemming geven, als de erkenner onder curatele staat vanwege een geestelijke stoornis.
Erkenning is geen “waarheidshandeling”. Dit betekent dat ook de niet-biologische vader een kind kan erkennen; er wordt niet gecontroleerd of een man die het kind wil erkennen de biologische vader is.
Vervangende toestemming
Een van de voorwaarden voor erkenning is dat de moeder hiervoor toestemming geeft. Pas al het kind ouder is dan 16 jaar is schriftelijke toestemming van de moeder niet meer nodig voor erkenning. Daarnaast moet het kind dat twaalf jaar of ouder is, zelf ook toestemming geven voor de erkenning. Maar wat als de toestemming door de moeder en/of het kind wordt geweigerd?
In zo’n geval kan de persoon die het kind wil erkennen, een verzoek indienen bij de rechtbank om vervangende toestemming te krijgen. De rechtbank zal zo’n verzoek alleen toewijzen, als aan een paar voorwaarden wordt voldaan.
De wet maakt daarbij een onderscheid tussen de volgende situaties:
De persoon die wil erkennen is een man die de verwekker of biologisch ouder van het kind is
Stap 1: Wie wil het kind erkennen?
De man die het kind wil erkennen, kan hiervoor een beroep doen op artikel 1:204 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank zal in dat geval allereerst moeten vaststellen dat deze man:
- verwekker van het kind is;
- de biologische ouder is, die in nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind.
- De verwekker heeft het kind op natuurlijke wijze samen met de moeder laten ontstaan. Met andere woorden, de verwekker heeft geslachtsgemeenschap gehad met de vrouw.
- Een biologische ouder zoals de wetgever hier bedoelt, is wel biologisch verwant aan het kind maar heeft het kind niet samen met de vrouw op een natuurlijke manier laten ontstaan. Oftewel: de wetgever doelt hier op een zaaddonor.
Voor de biologische ouder die het kind wil erkennen, is er dus een extra drempel om het kind op grond van dit artikel te erkennen. Deze ouder moet namelijk bewijzen dat hij in nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind. Of aan deze voorwaarde voldaan is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het enkele feit dat er een biologische band tussen de biologische ouder en het kind, is daarvoor in ieder geval onvoldoende. Er moeten bijkomende omstandigheden zijn.
Stap 2: Hoe valt de belangenafweging uit?
Als door de rechtbank is vastgesteld dat de man die het kind wil erkennen, verwekker of biologisch ouder van het kind is, komt de rechtbank vervolgens aan een inhoudelijke beoordeling toe.
De rechtbank zal in zo’n geval de vervangende toestemming voor erkenning geven geven, tenzij:
- dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind schaadt; of
- door de erkenning een evenwichtige sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van het kind in het gedrang komt.
De persoon die wil erkennen is een vrouw, of een man die geen verwekker of biologisch ouder van het kind is
Stap 1: Heeft de verzoeker als partner ingestemd met de verwekkingsdaad?
In het geval dat de persoon die het kind wil erkennen een vrouw is, of een man die geen verwekker of biologische ouder van het kind is, is allereerst nodig dat deze persoon als levensgezel (partner) van de moeder heeft ingestemd met de daad die heeft geleid tot verwekking van het kind. Je kan daarbij denken aan de lesbische “duomoeder” die ermee heeft ingestemd dat haar partner het kind heeft verwekt met behulp van een anonieme zaaddonor.
Stap 2: Is erkenning in het belang van het kind?
Is aan die voorwaarde voldaan, dan wordt er vervolgens alleen vervangende toestemming voor erkenning gegeven als dit in het belang van het kind is. Dit is dus een ander, strenger criterium dan voor de man die een kind wil erkennen en verwekker of biologisch ouder van het kind is.